In afwijking van de artikelen 26 tot en met 31 zorgen de lidstaten ervoor dat, bij de keuze van de indienende groepsentiteit, de door een groep in een jurisdictie verschuldigde bijheffing voor een belastingjaar wordt geacht nul te zijn, indien het effectieve niveau van belastingheffing van de in die jurisdictie gevestigde groepsentiteiten voldoet aan de voorwaarden van een kwalificerende internationale overeenkomst inzake veilige havens.
Voor de toepassing van de eerste alinea wordt onder “kwalificerende internationale overeenkomst inzake veilige havens” een internationaal geheel van regels en voorwaarden verstaan waarmee alle lidstaten hebben ingestemd en op grond waarvan groepen die binnen het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, ervoor kunnen kiezen om gebruik te maken van een of meer veilige havens voor een jurisdictie.